Een opvatting die je nogal eens tegenkomt is het idee dat er tweeduizend jaar zullen verlopen tussen kruisiging en wederkomst. Afhankelijk van welk jaar men als het jaar van de kruisiging beschouwt, zou de wederkomst dan plaats moeten vinden in 2030 of 2033. Waar is deze gedachte op gebaseerd? Klopt het wel Bijbels gezien?
Eén van de teksten die voor deze opvatting worden gebruikt is Hosea 6:2.
Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons op doen staan en zullen wij voor zijn aangezicht leven.
De redenatie is als volgt. Deze tekst spreekt over het volk Israël dat in de eindtijd tot bekering zal komen als de Messias terugkomt. Aangezien voor God duizend jaar is als één dag en één dag als duizend jaar (zie Psalm 90:4 en 2 Petrus 3:8 ), betekent dit dat de Heer terugkomt na tweemaal duizend jaar [1].
Dat de tekst over Israël gaat is juist. Ook dat het onderwerp de komst van het messiaanse vrederijk en het eschatologisch herstel van het volk betreft. Maar te concluderen dat we hier een dag moeten lezen als duizend jaar kan niet kloppen. Immers, als dat wel juist zou zijn, dan zou de Heer dat zelf ook hebben gedaan, evenals de apostelen. Dan zouden zij er vanuit zijn gegaan dat de wederkomst nog 2000 jaar op zich zou laten wachten. Maar dat is niet het geval. Christus zei dat het niet aan hen was de dag of het uur te weten. Zelfs Hij zelf wist het niet, alleen de Vader. Noch Christus, noch de apostelen hebben uit deze tekst ooit een periode van 2000 jaar afgeleid. Als wij dat wel doen, zijn we het oneens met de Heer zelf en pretenderen we de Bijbel beter uit te kunnen leggen dan Hij dat deed.
Sommigen vinden ook in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lukas 10) een ondersteuning van dit idee. De Samaritaan gaf twee denarie aan de herbergier om de gewonde joodse man te verzorgen totdat hij terug zou komen. Twee denarie zouden genoeg moeten zijn voor twee dagen. Aangezien de barmhartige Samaritaan in de gelijkenis duidelijk een beeld is van de Heer Jezus, zal Hij dus terugkeren na twee “dagen” oftewel tweeduizend jaar. De veel bekeken website messiah2030.com haalt nog veel meer teksten aan om de opvatting te ondersteunen. Overal waar in de Bijbel sprake is van een derde dag ziet men dit als een verwijzing naar de wederkomst.
Als de Heer zelf gezegd heeft dat Hij niet wist wanneer Hij terug zou komen, dan is het principieel onjuist om uit Bijbelteksten toch een bepaalde periode af te leiden voor de tijd die zal verlopen tussen kruisiging en wederkomst. Hoe logisch het ook klinkt en hoe mooi het ook overeenkomt met onze kijk op de tegenwoordige tijd.
Wat wordt er dan wel bedoeld met de derde dag in Hosea 6:2?
Dit is wat de SBOT er over zegt: "De hoop op vernieuwing komt tot uiting in de verklaring dat de HERE na twee dagen herstel zal geven en hen na drie dagen zal laten opstaan (vs.2). Zij zullen dan leven voor Gods aangezicht. Dit heeft betrekking op het nationale herstel van het volk Israël, evenals in Eze.37:1-14 het geval is. Het herleven na drie dagen doet denken aan herstel van de verbondsrelatie, een thema dat goed past in de omringende teksten. De genoemde termijn lijkt aan te sluiten bij de pelgrimsregel dat men na drie dagen voor de HERE verschijnt in het heiligdom. Van Leeuwen wijst op de volgende pelgrimsregel: (dag 1) aankomst, (dag 2) reiniging, (dag 3) verschijnen in het heiligdom. Deze volgorde is aanwijsbaar in Ex.19:10-11, Ezra 8:32 (drie dagen wachten en verschijnen op de vierde dag) en Neh.2:11. Dat het herstel spoedig is, houdt verband met de uitdrukking ‘na twee, na drie dagen’. "
Dit betekent natuurlijk niet dat de Heer niet terug zou kúnnen komen in 2030 of 2033. Maar we kunnen dit niet op voorhand concluderen op grond van Hosea 6:2 of vergelijkbare Bijbelteksten. Wat we wel moeten doen is letten op de tekenen van de tijd. Zo'n teken van de tijd is het nationaal herstel van Israël in 1948.
Noten
[1] Deze opvatting is (onder andere) te vinden in het boek "Wake Up" van Lamm en Vanbeckevoort (uitgave Zoeklicht, 9e druk 2015, pag. 69 en 70).
Reactie plaatsen
Reacties